Afgelopen week heb ik samen met zo’n 30 medestudenten een reis van vijf dagen gemaakt met zeilschip de Eendracht. Tijdens deze week hebben we veel theorie uit het eerste jaar in de praktijk toegepast. We hebben met een aantal groepjes wacht moeten lopen, zodat het schip 24 uur per dag kon en bleef varen. Verder hebben we een aantal oefeningen en opdrachten uitgevoerd. De reis begon zondagavond, en donderdagavond kwamen we weer terug. Eerder waren er al vier MBO-groepen geweest van het STC, en volgende week zal de laatste reis, met het andere deel van mijn klas, plaats gaan vinden. In het onderstaande verslag beschrijf ik zo veel mogelijk gebeurtenissen van de afgelopen week.

 

Dag 1 (24-04-11)

De eerste dag begon pas in de avond. Vanaf 20:00 uur zouden we bij het STC aan boord kunnen stappen van de Eendracht, maar er was wat vertraging doordat de Lloydkade vrij vol lag met vier andere schepen. Er werd daardoor gekozen om, vanaf de school gezien, helemaal aan het einde van de kade het zeilschip aan te meren. De meeste van ons gingen dus te voet met alle bagage richting het einde van de kade, waar het zeilschip een paar minuten later aanmeerde. Even later konden we afscheid nemen van iedereen aan de wal, en moesten we aan boord stappen. We plaatsten onze bagage direct in de juiste hut, en we gingen naar de ontspanningsruimte voor de algemene introductie. Hier kregen we te horen bij welke vrouwelijke kwartiermeester we zouden gaan horen tijdens onder andere de wachtrondes. Ook werd de rest van de bemanning van het schip voorgesteld. Doordat een medestudent en ik ons hadden opgegeven om havenwacht te gaan lopen van 04:00-06:00, maakten we het de eerste avond dus niet al te laat.

 

Dag 2 (25-04-11)

Dag nummer twee begon dus al erg vroeg: de wekker ging om 3:30 uur. We moesten echter meteen aan de bak, want we moesten de wacht van 02:00 tot 04:00 uur gaan aflossen. Tijdens deze havenwacht moesten we brandrondes gaan lopen, waarbij we alle plekken op het schip controleerden op een mogelijke brand. Verder hielden we de ‘gangway’, de loopplank waarmee je vanaf de kade aan boord kunt komen, in de gaten. Het was natuurlijk niet de bedoeling dat er onbevoegden aan boord zouden komen. Nadat de wacht afgelopen was en het buiten steeds lichter en lichter werd, gingen we ontbijten, om daarna rond 7:00 uur dan definitief met het schip te vertrekken. We zetten meteen koers naar open zee, om rond 9:30 uur de pier van Hoek van Holland achter ons te laten. Helaas voeren we de daar op volgende uren nog op de motor in plaats van de zeilen, maar daar kwam later in de middag verandering in. Na de wacht en het avond eten gingen we vrij vroeg onze kooien in, omdat we de andere dag de zogenaamde ‘dagwacht’ zouden moeten gaan lopen.

 

Dag 3 (26-04-11)

De derde dag begon dus met het lopen van de ‘dagwacht’, wat betekende dat we om 3:30 uur uit de veren moesten. Wakker worden, warme kleding aan, reddingsgordel om, en het dek op. Het was nog erg donker, en de zeilen waren nog steeds gehesen. Het was een heel apart gezicht zo in het donker, met maar enkele lichtjes over de hele horizon te zien; deze waren van de andere schepen in de buurt. Met het begin van onze wacht vond er meteen een grote verandering plaats op het schip, want we gingen namelijk overstag. Langzaam aan werd het lichter, en volbrachten we de wacht, voor ons gevoel, vrij snel. Na de wacht konden we ontbijten en kort rust nemen. Door het eerdere overstag gaan, zetten we koers richting het noordoosten. Eerder was er door een ander groepje al een reisvoorbereiding gemaakt voor de reis naar Den Helder, en dit werd ook het uiteindelijk plan: we zouden naar Den Helder gaan.

Rond 16:30 uur meerden we uiteindelijk aan in Den Helder. We werden hierdoor begeleid en geholpen door een klein sleepbootje die waarschijnlijk werkzaam is voor de marine. Na het avondeten gingen we met z’n allen aan wal om te gaan ‘keesje gooien’. Dit is het werpen van een lijn vanaf een schip naar de wal, waar een tros van dat schip aan geknoopt zit. Op deze manier kan de tros door iemand aan de wal aangepakt worden, waarna deze tros vastgelegd kan worden. Wij als studenten deden deze oefening op de wal, en het was de bedoeling dat we een bepaalde afstand zouden overbruggen. Als beloning was er een biertje van de directeur als de reddingsboei (of de directeur zelf) geraakt werd. Na het keesje gooien kregen we de mogelijkheid om op het schip, dat aan de kade achter de Eendracht lag, een kijkje te gaan nemen. Dit schip was een ‘anchor handler’ of een ‘ankerbehandelingssleepboot’ van de Nederlandse Kustwacht, genaamd de Ievoli Black. Ik liet de kans om dit mooie schip van binnen te kunnen bekijken natuurlijk niet aan me voorbij gaan. Het schip kan gebruikt worden om ankers te verplaatsen, maar het wordt ook ingezet om schepen in nood te verslepen. Het schip moet hierdoor dus 24 uur per dag, 7 dagen per week bemand en inzetbaar zijn. De Ievoli Black is nog geen twee jaar oud, en dat was ook wel te merken: alles zag er nog erg netjes uit. Na het scheepsbezoek was er de mogelijkheid om jezelf te vermaken in Den Helder, of om gewoon in de ontspanningsruimte van de Eendracht er een leuke en gezellige avond van te maken. Ik koos voor dat laatste.

 

Dag 4 (27-04-11)

Het aanbreken van dag nummer vier betekende het vertrek uit Den Helder. Na het ontbijt maakten we ons klaar om, begeleid door een sleepboot, de haven uit te varen. Voor ons groepje stond er deze dag een opdracht in het kader van ‘Communicatie’ op het programma. Twee medestudenten gingen geblinddoekt door het schip heen, waarna ik ze via een portofoon instructies gaf, zodat mijn medestudenten zich naar een bepaalde plek aan boord konden begeven, zonder dat zij zelf konden zien waar ze liepen. Gaande weg werd het ons soms ook moeilijk gemaakt door deuren te openen of juist te sluiten, of om gewoon de hele doorgang te blokkeren. Er moest in zo’n geval een oplossing bedacht worden. Na iedere volbrachte opdracht, wisselden de rollen om, zodat iedereen een keer commando’s had kunnen geven. In het begin ging het wat stroef, maar gaande weg leerden we er veel van. Het ging met name over de manier van commando geven, want we moesten proberen zo duidelijk en kort mogelijk de commando’s door geven. Te lange commando’s zorgden voor verwarring, en soms zelfs tot het kwijtraken van de exacte positie van de geblinddoekten.

Na de opdracht was er wat vrije tijd, en later was er voor iedereen een MOB-oefening (MOB staat voor ‘man over boord’). Bij deze oefening werd er een boei, die als slachtoffer diende, het water in gegooid. Onze taak was het om het schip zo te manoeuvreren, dat de ‘drenkeling’ letterlijk opgepikt kon worden. Een commandant gaf dus de commando’s, en de roerganger voerde deze commando’s uit. Wij maakten er een beetje een wedstrijdje van wie het het snelste kon, want eerder hadden er groepjes ruim drie kwartier over één reddingsoperatie gedaan. Helaas mislukte mijn eerste poging, doordat de boei gemist werd door degene met de pikhaak in zijn handen. Poging twee lukte, na een tijdje geworsteld te hebben met de golven, echter wel.

’s Avonds kregen we tijdens het eten rode bieten met aardappelen en vis. We voeren inmiddels weer met een paar gehesen zeilen, maar er was sprake van een vrij harde wind, waardoor het schip flink schommelde. Wellicht was dit de reden dat het niet zo heel druk was tijdens het avondeten. Zelf had ik pilletjes tegen zeeziekte gekregen van de arts aan boord, en deze leken te werken bij mij, want naast een beetje rommelig gevoel in m’n maag heb ik vrijwel geen last meer gehad. Na wat vallende borden en bekers door de enorme deining soms, was het tijd om ons klaar te maken voor de ‘eerste wacht’. Deze wacht duurde van 20:00 tot 24:00 uur, en dit zou dus betekenen dat we voor de eerste keer de zon zouden zien ondergaan op zee tijdens onze wacht. Dit was een erg mooi gezicht, en hier heb ik dus ook flink wat foto’s van gemaakt. Eén van die foto’s is ook bij dit verslag te vinden. Net voor het donker werd, was er nog een kritiek moment, want we waren op ‘collision course’ met een containerschip van Maersk. Doordat wij onder zeil voeren, moest, volgens het BVA, het containerschip voor ons wijken. Na een tijdje was onder andere op de radar te zien dat het schip inderdaad uitweek, waardoor het gevaar ook geweken was. Dit gevaar kwam best onverwacht, doordat het zicht niet super was, en zulke containerschepen een hoge kruissnelheid hebben.

De wacht verliep verder rustig, en rond 24:00 uur werden we afgelost door de volgende wacht. Hierna hebben we nog even wat gedronken, en gingen we niet veel later naar bed. Dit was echter makkelijker gezegd dan gedaan, want het schip slingerde nog steeds hevig op de hoge golven. Onze jassen, die aan de kapstok in de hut hingen, slingerden in dwarsscheepse richting langs de muur, waardoor je de ritsen steeds hoorde schrapen langs het hout. Dit zorgde natuurlijk voor een zeer irritant geluid, dus we besloten de jassen gewoon neer te leggen, zodat we toch nog iets aan onze nachtrust konden hebben. Deze maatregel zorgde er echter niet voor dat ik meteen in slaap viel, want ik bleef natuurlijk heen en weer rollen in m’n bed; zeker doordat mijn ‘schotje’ voor aan de rand van het bed ontbrak. Pas nadat we uren later overstag waren gegaan, wat drie pogingen gekost heeft, lag ik aan de goede kant, en kon ik tegen de muur aan in slaap vallen. Ik kon er eigenlijk wel om lachen allemaal, want het was gewoon zo bizar af en toe.

 

Dag 5 (28-04-11)

Maar goed, dag vijf, de laatste dag. Deze dag begon met hoe dag vier geëindigd was: een schommelend schip. Na het ontbijt stonden er een aantal opdrachten op het programma. Deze opdrachten hadden vooral te maken met de machinekamer van het schip. We moesten de namen van verschillende machines opschrijven aan de hand van een gemaakte foto ervan, en we moesten ook noteren welk doel deze machine had. Verder moesten we enkele algemene vragen over de systemen aan boord beantwoorden. Al deze opdrachten moesten we opschrijven in het opdrachtenboekje dat we al in de week voor de aanvang van de reis gekregen hadden. Nadat we het boekje afgerond en ingeleverd hadden, gingen we lunchen en ons klaarmaken voor onze laatste wacht van de reis. Deze wacht duurde van 12:00 tot 16:00 uur. Tijdens deze wacht hebben we het hele schip van bak- tot stuurboord geschrobd. Rond 15:00 uur passeerden we pier van Hoek van Holland, en zetten we koers naar Vlaardingen. In Vlaardingen meerden we aan nabij het Deltahotel, en was het vrijwel meteen tijd om te eten. Dit keer stond er pasta en groentesoep op het menu.

Na het avondeten was er de mogelijkheid voor verschillende ouders van mijn medestudenten om aan boord te stappen om het laatste stukje naar het STC mee te varen. Mijn ouders waren hier ook bij. Samen voeren we richting het STC, en maakten we nog een rondje bij de Rotterdam; die natuurlijk schuin tegenover het STC ligt. Rond 20:30 uur meerden we dan definitief aan bij het STC, en was reis nummer 5 van het STC met de Eendracht in 2011 dan echt voorbij.

 

Conclusie

Allereerst wil ik alvast bekennen dat ik waarschijnlijk vrij veel vergeten ben in mijn hele verhaal, doordat het gewoon te veel is om allemaal op te noemen/te typen. Hoe dan ook, deze reis is natuurlijk totaal niet te vergelijken met de twee eerdere reisjes met de Delfshaven. Vooral doordat we ’s nachts gewoon door gevaren zijn. Dat blijf ik echt apart vinden, dat nachtzeilen. Verder stond ik echt te genieten aan het roer woensdagavond, onder het licht van de ondergaande zon.

Deze reis was natuurlijk heel erg leerzaam, zowel op het gebied van navigeren en technische systemen, als op het gebied van het zeilen zelf. En het was zeker gezellig met iedereen zo bij elkaar. Ik vond het echt een zeer leuke en zeer geslaagde reis! Ik kijk nu nóg meer uit naar de komende reisjes en, in het bijzonder, m’n stage..