Daar lig je dan, midden op de Atlantic met alleen maar water om je heen, onder de coaming met je rug op de brandblus leiding lichten na te kijken en weer terug te schroeven. Opzich best een leuke bezigheid, zei het niet de ruimte nogal klein is en je, je precies niet om kan draaien.
Op moment van schrijven zijn we nog zijn 80 mijl verwijderd van strait of belle isle. Waar we ook zojuist weer het eerste radio signaal binnen krijgen sinds zes dagen.
Ja, zes dagen lang hebben we niks anders gezien dan water. Geen andere schepen, niks.
De afgelopen dagen waren in dat opzicht vrij eentonig, en daar valt het slingeren ook onder. Op den duur heb je het geeneens meer door, je merkt niet meer dat je slingert. Je merkt ook niet meer dat je automatisch het douchegrodijntje al beet houd omdat hij anders telkens heen en weer schuift. Je eet automatisch elke hap soep aan de andere kant van je bord. Je vult je glas met water niet meer dan 3/4 (doe je ook maar één keer fout).
Zo zie je maar, het slingeren went wel.
Profiel van Silvan
Bijna 3 weken geleden is het dat mijn laatste bericht online kwam. We lagen rustig ten anker in een baai vlak voor Bejaia. Echter was het snel gedaan met deze rust. Het mailtje met het nieuwe bericht was amper de deur uit of de telefoon ging in mijn hut. Of ik mijn strijdpak aan kon trekken en naar de bak kon komen om het anker te hiewen. Zo gezegd zo gedaan liep ik, in mijn rode overal, met mijn helm op mijn hoofd en mijn handschoenen in mijn zak naar voren toe. De strijd kon beginnen.
Warm, ontzettend warm. Zo warm dat je elke slok water die je neemt terug ziet in de kleur van je overal. Zo warm dat de kolorkut (waterfinding paste) al rood wordt voordat je het hebt kunnen smeren. Zo warm dat de overflow van de ballasttanks verdampt voordat het water het dek raakt. De zeewatertemperatuur zo hoog dat de vissen in je haakje bijten zonder dat er aas aan hangt omdat het in de keuken van de kok kouder is dan in het water. Zo warm dat je eigenlijk elke 10 minuten schone sokken aan zou moeten trekken. Zo warm dat de leidingen van de airco dichtvriezen.
Ja hoor, we zijn onderweg naar Algarije! Welke haven we naar toe gaan is nog niet bekend, maar dat maakt niet uit. Voorlopig zijn we er toch nog niet. Op moment van schrijven liggen we ergens op de Noordzee waar we toch wel wat drukkere dagen achter de rug hebben. Het laden in Kaskinen verliep voorspoedig, de stuwadoors verstonden hun vak erg goed en het ruim werd dan ook al puzzelend vakkundig volgelegd met hout. Echter paste niet al het hout in het ruim en moest er dus een deklast gezet worden. Dit vraagt enige voorbereiding en hier zijn we dus ook optijd mee begonnen. Ruim 2 was al afgetopt met hout en de luiken konden ’s ochtendsvroeg om een uur of 6 voorbereid worden. We hebben grote stevige zeilen “tarplins” aan de randen van het dek gelegd. Het hout kon nu geladen worden. Toen de 2 lagen hout (ongeveer 2.5 meter hoog) lagen konden de tarplins over het hout heen getrokken worden. Hierdoor creëer je een grote verpakking op je dek. Vervolgens hebben door middel van kettingen het hout vast gesjort aan het dek. Het opspannen van de kettingen gebeurd met 4 mensen, er komt behoorlijk wat spanning op te staan.