Bijna 3 weken geleden is het dat mijn laatste bericht online kwam. We lagen rustig ten anker in een baai vlak voor Bejaia. Echter was het snel gedaan met deze rust. Het mailtje met het nieuwe bericht was amper de deur uit of de telefoon ging in mijn hut. Of ik mijn strijdpak aan kon trekken en naar de bak kon komen om het anker te hiewen. Zo gezegd zo gedaan liep ik, in mijn rode overal, met mijn helm op mijn hoofd en mijn handschoenen in mijn zak naar voren toe. De strijd kon beginnen.
Het hiewen (ophalen) van een anker is best een operatie. De machinekamer staat op vol manoeuvreer bedrijf bij en de hoofdstoker en 2de stoker houden alles nauwlettend in de gaten. Boven op de brug staat de kapitein te navigeren waarbij hij vergezeld wordt door een officier. Voor op de bak staat nog een officier met daarbij de bootsman. De officier doet de communicatie, de bootsman bediend de winch. Als leerling zijnde ben ik nu een aantal keer aanwezig geweest bij een anker manoeuvre en zo was het nu mijn beurt om de communicatie te doen. Hierbij is het heel belangrijk dat men boven op de brug weet wat het anker doet en hoe de ketting staat. Als de ketting strak onder het schip komt te staan betekent het dat het anker aan de anderen kant van het schip ligt. Door gebruik
te maken van de boegschroef kan de kapitein het schip de goede kant op manoeuvreren zodat het anker schadevrij gehiewd kan worden.
Toen het anker thuis was zijn we richting het loodsstation gevaren waar de loods aan boord is gekomen. Hij heeft ons veilig naar binnen geholpen en 2 uur na het hieuwen van het anker lagen we alweer tegen de kant, stond de gangway uit en stonden de eerste autoriteiten alweer op de stoep.
Het losmaken van de sjorringen kon beginnen. De stalen kettingen van 8 meter lang konden losgemaakt en opgeborgen worden. Vervolgens konden de zeilen opgevouwd worden zodat de stuwadoors de volgende ochtend konden beginnen met lossen.
Hoe het werkpatroon van de stuwadoors nu werkelijk in elkaar zat is mij nog steeds een raadsel. Op de meest rare momenten stopten ze om bij een ander schip te lossen. Hoe we alle lading van boord hebben gekregen is mij nog niet duidelijk. Het enige wat ik weet is dat ze er erg lang over gedaan hebben.
Na Bejaia moesten we nog naar 2 havens in Tunesië. Ook hier zaten ze op een stapel hout te wachten. In beide havens, Bizerta en Sfax, konden we gelukkig vrij snel naar binnen. Het lossen ging hier gelukkig ook een stuk sneller.
In beide steden ben ik samen met wat andere bemanning nog de wal op geweest, op zoek naar een supermarkt. We waren door ons brood heen en ook de verse producten waren bijna niet meer aanwezig. Echter hebben we niet veel kunnen vinden. Het lijkt erop dat Tunesiërs leven van uien, aardappelen, misvormde tomaten en kleine rare courgetes. Meer was er echt niet te krijgen.
Na Bizerta was het voor mij tijd om naar de machinekamer te gaan waar ik nu een maand met de 2de engineer mee zal lopen. Elke ochtend wordt er een rondje in de machinekamer gelopen waarbij veel drukken, temperaturen en andere nodige waardes worden opgeschreven. Bij vol zeebedrijf is dit toch een goed a4-tje vol. Een andere dagelijkse taak is het peilen van verschillende tanks. Het komt er op neer dat ik de ene ochtend aan het peilen ben en de andere ochtend aan het turen naar metertjes. Het is opzich een heel lekker klusje om te doen als je net wakker bent.
Verder heb ik me de afgelopen dagen beziggehouden met het zoeken naar 2 fouten in het ballastsysteem. Dit complete systeem is lucht gestuurd en 2 kleppen gaven hier een foutmelding in. Het bleek dat er meerdere leidingen lek waren. Je zou zeggen dat dit vrij weinig moeilijkheden met zich mee brengt. Het enige probleem is dat de leidingen in de pijpentunnel zitten. Een smalle lage gang in het midden van het schip onder de ruimen. Veel lager kun je niet komen.
Inmiddels liggen we in Brindisi waar we “wet fly-ash” aan het laden zijn. We zijn nu al een aantal dagen bezig en het gaat ook nog een aantal dagen duren. Geen wereldsnelheid dus. Dit spul gaan we naar Antwerpen brengen, ik ga dus redelijk dicht bij huis komen. Wat natuurlijk altijd leuk is.
Binnen 3 dagen zullen we wel weer op zee zitten, hier ben ik wel aan toe eigenlijk. Op zee slaap ik een stuk beter dan in de haven.
hoi silvan , na het lezen van dit artikel denken wij dat je het zeer goed naar je zin hebt op de fuldaborg en moet er toch wel eens soms flink de handen uit de mouwen worden gestoken om een bepaalde klus te klaren.
groeten ouders van mitchel 😀