De eerste week op de Maersk Kimi zit erop. Ik moet zeggen dat het vrij hard is gegaan, en dat het niet voelt alsof er al een week voorbij is, nadat we vorige week dinsdag aan boord stapten. ‘Gewend’ is misschien nog een iets te groot woord, maar ik kan me al aardig vinden in het leven hier aan boord. Ik zit al een beetje in het ritme, en de (meeste) gebruiken ken ik nu ook. Ook het navigeren door de machinekamer gaat steeds beter!

Aan het begin van de week heb ik meteen een zeldzaam fenomeen mee mogen maken, want we gingen een zuiger trekken van de hoofdmotor, toen we in Bremerhaven lagen. Op school hadden we dit al eens gedaan bij de Wärtsilä, die daar beneden in de machinekamer staat, dus een aantal van de handelingen die we hebben gedaan wist of herkende ik nog wel. Het is uiteraard precies zoals op school, maar dan op een iets grotere schaal. ‘Iets’ is wel een flinke understatement, want hier kunnen en moeten we zelf de motor in klimmen om de zuiger te kunnen trekken.

Verder ben ik afgelopen week gewoon in een vast patroon met de vierde machinist meegelopen. We begonnen om 8:00 uur met een rondje door de machinekamer, waarbij we onder andere temperaturen en oliepeilen checkten, en op mogelijke lekkages controleerden. Doordat deze ronde door de gehele machinekamer is, blijft er vanzelf veel hangen als je het rondje iedere dag moet lopen, en loop je na een tijdje vanzelf naar de systemen toe, die verspreidt staan over meerdere verdiepingen.

Eergisteren zijn we met een andere klus begonnen: het overhalen en schoonmaken van één van de smeerolieseparatoren van de hoofdmotor. Ook dit had ik eerder al eens tijdens een praktijkles op school gedaan. Of ik álles nog had onthouden weet ik niet, want we hebben gelukkig gewoon beschikking tot de handleiding, die alles stap voor stap met tekeningetjes erbij uitlegt. We hadden eerst de separator vrijwel geheel uit elkaar gehaald, en deze onderdelen schoongemaakt, en de pakkingen gecontroleerd. Met het onderste gedeelte van de separator hadden we echter een probleem: de ‘trommel’ bevat aan de onderkant drie bouten, die met een inbussleutel moeten worden losgemaakt, maar één van deze bouten kregen we er met geen mogelijkheid uit. Door het vele malen proberen, raakte de bout beschadigd, en hadden de sleutels geen houvast meer, waardoor hij dus helemaal niet meer los kon. Vanmiddag is de bout alsnog losgekomen door de bout te doorboren, en er een stuk metaal met schroefdraad in te slaan, waarna de bout wel losgedraaid kon worden. Nadat we alles van de ‘trommel’ schoongemaakt hadden, konden we weer beginnen met het in elkaar zetten van de separator. Dit verliep voorspoedig, en het leek erop dat we de klus vandaag zouden kunnen klaren, tot we de grote ring aan de bovenkant niet vast kregen. Met speciaal gereedschap kan deze vast worden geslagen, nadat deze voor het grootste gedeelte met de hand is vastgedraaid. Hier ging het bij ons fout, want we moesten nog ruim een hele ronde van het schroefdraad vast slaan, terwijl dit normaal maar een kwart hoort te zijn. Hier zullen we morgen dus nog even mee aan de slag moeten.

Inmiddels zijn we de Straat van Gibraltar gepasseerd, en bevinden we ons nu dus in de Middellandse Zee. We zijn door lichte mist en drie meter hoge golven op weg naar Port Said, met een temperatuur van overdag 27 °C, heb ik me laten vertellen. Het was in ieder geval in de machinekamer wel te merken dat de temperatuur gestegen is, want het was zweten vandaag. Dat ik vandaag een cadeautje van de kapitein ontving, sloot de dag overigens wel mooi af. Heb ik toch nog een beetje het gevoel jarig te zijn.

Ten slotte heb ik bij dit bericht enkele foto’s toegevoegd die ik de afgelopen week heb gemaakt, om een beeld te geven hoe het er vanaf de brug (’s avonds) uit ziet.