Warm, ontzettend warm. Zo warm dat je elke slok water die je neemt terug ziet in de kleur van je overal. Zo warm dat de kolorkut (waterfinding paste) al rood wordt voordat je het hebt kunnen smeren. Zo warm dat de overflow van de ballasttanks verdampt voordat het water het dek raakt. De zeewatertemperatuur zo hoog dat de vissen in je haakje bijten zonder dat er aas aan hangt omdat het in de keuken van de kok kouder is dan in het water. Zo warm dat je eigenlijk elke 10 minuten schone sokken aan zou moeten trekken. Zo warm dat de leidingen van de airco dichtvriezen.

Ja, het is hier slopend warm, 52 graden in de zon, 33 in de schaduw. Nu weet ik hoe Frodo Baggins zich gevoelt moet hebben. Maar om niet al te veel op de feiten vooruit te lopen zal ik beginnen waar we gebleven waren. Het vertrek vanuit Kaskinen verliep voospoedig en al snel kwam de Nederlandse kust in zicht. Veel hebben we hier echter niet van meegemaakt want op 15 mijl van de kust kan je ongeveer niks. Ook geen telefoon signaal dus. De Nederlandse kust maakte al snel plaats voor de Belgische kust, welke ook net zo snel weer verdween. Het kanaal stond namelijk voor de deur. Een druk stukje water met veel ferries, vissers, plezierjachten en andere bootjes die niet op de radar te zien zijn. We passeerden Dover ’s nachts dus ik heb er vrij weinig van meegekregen.

Na dover zakten we steeds verder naar het zuiden af. De weerberichten voor de komende dagen werden steeds slechter, een storm kwam onze kant op. Toen we de golf van Biscay binnenvoeren begon de wind toe te nemen en de deining werd steeds hoger. ’s Ochtends vroeg toen ik om half 6 op wacht kwam stond er een goede windkracht 7 met windsnelheden tot 40knopen. De deining viel hier nog mee, ongeveer 3 meter.

In de loop van de dag werd de wind meer en hierbij dus ook de deining. Windsnelheden van 50 knopen kwamen geregeld voor en de deining steeg tot een goede 6 meter. Dit is ongeveer ons vrijboord, de hoogte die we van de waterlijn tot aan het gangboord overhebben. Je kan je voorstellen dat er dus redelijk wat water aan dek is gekomen. We hebben flinke klappen gemaakt waarbij het water tegen de ramen van de brug aan zijn gekomen, het water heeft dus ongeveer 130 meter door de lucht gevlogen voordat het ons trof. Best een eind als je er zo over nadenkt.

Na een dag of 2 begon de storm te liggen, we kwamen wat dichter bij de kust van Portugal. Waar toevallig op dat moment de rest van de familie in het vliegtuig stapte toen ik langs Lissabon voer. Over toeval gesproken.

Gibraltar strait kwam in zicht, iets waar ik wel naar uitkeek. Jammer genoeg was het heel erg heiig toen we langs Gibraltar voeren. Hierdoor heb ik niet heel veel kunnen zien, volgende keer beter.

We voeren de Middellandse zee op waar de temperatuur met de dag toenam. Het aantal schepen nam weer wat toe, veel vissersbootjes en zeilbootjes. Lastig te zien en maar af en toe AIS.

Inmiddels liggen we alweer een aantal dagen voor het prachtige Bejaia ten anker. Er is nog niet bekend wanneer we naar binnen kunnen maar dat is een kwestie van afwachten. We zijn niet de enige, er liggen hier nog 15 schepen… De afgelopen dagen ben ik bezig geweest met een aantal kleinere projecten. Zo en ik bezig geweest met het maken van een toolboard in de bak. Verder heb ik ruzie gehad met 2 lampen in de voormast die niet doen wat ik wil. Gisteren voor de 5de keer naar boven geklommen om duidelijk te maken welke kant ze op moeten schijnen.

Zoals gezegd is het nog onbekend hoelang we hier nog liggen. Als het bij alle havens waar we gaan lossen zo gaat, gaat het nog wel even duren. We gaan het zien.